Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat normale gebruiksschade niet in mindering komt op de handelsinkoopwaarde van de auto. Omdat belanghebbende de hoogte van de motorschade niet aannemelijk maakt, stelt de rechtbank de handelsinkoopwaarde in beschadigde staat zelf vast en vermindert de naheffingsaanslag Bpm.
Belanghebbende, X, voldoet een bedrag van € 1.646 aan Bpm ter registratie van een motorrijtuig. Volgens het taxatierapport is de handelsinkoopwaarde in beschadigde staat vastgesteld op € 4.926. De inspecteur neemt geen waardevermindering wegens schade in aanmerking en legt een naheffingsaanslag op van € 3.840. In geschil is of de naheffingsaanslag terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd. Meer specifiek is daarbij in geschil of de hertaxateur voldoende rekening heeft gehouden met een waardevermindering wegens schade.
De rechtbank oordeelt dat de bewijslast voor de schadeomvang op X rust, waarbij normale gebruiksschade niet in mindering komt op de handelsinkoopwaarde van de auto. X voldoet aan zijn bewijslast maar maakt de hoogte van de motorschade niet aannemelijk. De motor is immers niet vervangen, maar door X zelf gerepareerd. De rechtbank stelt de handelsinkoopwaarde in beschadigde staat vast op € 14.456 en vermindert de naheffingsaanslag tot € 3.050. Het beroep van X is gegrond.
Wetsartikelen:
Wet op de belasting van personenauto's en motorrijwielen 1992 2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 24 mei