Rechtbank Den Haag laat de naheffingsaanslag over het jaar 2015 in stand, maar vernietigt de naheffingsaanslag over 2014 en de daarbij gegeven beschikkingen omdat niet vaststaat dat in 2014 structureel sprake is van niet verloonde betalingen.

Vof X drijft een ambachtelijke kipuitsnijderij. Tijdens een werkcontrole in 2015 door de Belastingdienst en de Inspectie SZW zijn aanwijzingen aangetroffen dat werknemers en uitzendkrachten bij X overwerkten. Deze overuren betaalt X netto contant uit zonder verloning. In 2019 vindt een boekenonderzoek plaats en worden naheffingsaanslagen over de jaren 2014 en 2015 opgelegd. Deze inspecteur past het anoniementarief toe. De aanslagen zijn gebaseerd op een schatting aan de hand van het gemiddeld uurloon (afgeleid uit verklaringen van werknemers) en het aantal gewerkte uren (afgeleid uit de netto omzet). X komt in bezwaar tegen de aanslagen, vergrijpboeten en rentebeschikkingen. X stelt dat zij voor de betalingen niet inhoudingsplichtige is en vindt dat het fooienbesluit van toepassing is.

Rechtbank Den Haag laat de naheffingsaanslag over het jaar 2015 in stand, maar vernietigt de naheffingsaanslag over 2014 en de daarbij gegeven beschikkingen omdat niet vaststaat dat in 2014 structureel sprake is van niet verloonde betalingen. De inspecteur gaat voor 2014 uit van een afgeleide schatting over 2015 en verklaringen die zien op dat jaar. X doet over het jaar 2015 niet de vereiste aangifte. Contante betalingen worden zonder verloning verricht. De bewijslast wordt daarom omgekeerd en verzwaard. De door de inspecteur gemaakte schatting is aannemelijk. De jaarrekening van 2015 is vergeleken met die van 2016, en van dat laatste jaar staat vast dat geen zwart werk heeft plaatsgevonden. X is inhoudingsplichtige voor de niet verloonde betalingen omdat aan alle voorwaarden voor het bestaan van een privaatrechtelijke dienstbetrekking is voldaan. De betalingen zijn geen fooien, omdat deze een betaling vormen voor werkzaamheden en geen vrijwillige extra vergoeding zijn voor reeds gewerkte uren. Omdat X geen inzicht heeft verschaft in de niet verloonde betalingen past de inspecteur terecht het anoniementarief toe. Omdat gesteld noch gebleken is dat de loonheffing door X zal worden verhaald, is terecht brutering toegepast. De vergrijpboete over 2015 blijft in stand, nu uit het handelen van X blijkt dat sprake is van opzet.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de loonbelasting 1964 6

Algemene wet inzake rijksbelastingen 52

Wet op de loonbelasting 1964 26b

Wet op de loonbelasting 1964 12

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Instantie: Rechtbank Den Haag

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Loonbelasting

Editie: 7 november

Informatiesoort: VN Vandaag

293

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen