Hof Amsterdam oordeelt dat de naheffingsaanslag parkeerbelasting van € 72,50 terecht is opgelegd aan X. Het belangrijkste geschilpunt is of de auto van X geparkeerd stond.

Op 11 november 2022 om 21:40 uur staat de auto van X stil in een parkeervak in de gemeente Z zonder dat er parkeerbelasting is betaald. De heffingsambtenaar legt op 16 november 2022 een naheffingsaanslag parkeerbelasting op van € 72,50. X maakt bezwaar tegen deze aanslag, maar de heffingsambtenaar verklaart het bezwaar ongegrond. X stelt vervolgens beroep in bij de rechtbank, die het beroep eveneens ongegrond verklaart. X gaat in hoger beroep bij Hof Amsterdam. Tijdens de zitting op 15 oktober 2024 verschijnt X niet, ondanks correcte uitnodiging en emailcontact over de zittingsdatum. X voert aan dat de rechtbank de bewijslast verkeerd heeft verdeeld en dat de heffingsambtenaar het bewijs van parkeren alleen kan leveren met behulp van scanfoto’s met een onderling tijdsverschil van ten minste 11 minuten. Daarnaast stelt X dat de naam van de (bevoegd) ambtenaar niet op de naheffingsaanslag vermeld staat. In geschil is of de naheffingsaanslag parkeerbelasting terecht is opgelegd, en meer specifiek of de auto van X geparkeerd stond zonder parkeerbelasting te betalen.

Hof Amsterdam oordeelt dat de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. De heffingsambtenaar heeft met scanfoto’s aangetoond dat de auto van X stil stond op de plaats en tijd genoemd in de naheffingsaanslag. De rechtbank heeft terecht geoordeeld dat X niet aannemelijk heeft gemaakt dat sprake was van het onmiddellijk in- of uitstappen van personen of het onmiddellijk laden of lossen van zaken. De stelling van X dat de heffingsambtenaar ten minste twee scanfoto’s met een onderling tijdsverschil van 11 minuten had moeten overleggen, wordt verworpen. Het hof bevestigt dat er geen regel is die bepaalt dat de eerste tien minuten van het parkeren gratis zijn of dat de heffingsambtenaar pas na tien minuten een naheffingsaanslag mag opleggen. Het hof verwerpt ook de stelling dat de naam van een (bevoegd) ambtenaar op de naheffingsaanslag vermeld moet staan. De slotsom is dat het hoger beroep ongegrond is en de uitspraak van de rechtbank wordt bevestigd.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 225

Instantie: Hof Amsterdam

Rubriek: Belastingen van lagere overheden, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Editie: 31 december

Informatiesoort: VN Vandaag

102

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen