De auto van X staat stil op een locatie in Den Haag. Tijdens een controle met een scanauto wordt geconstateerd dat er geen parkeerbelasting is voldaan en geen geldige parkeervergunning aanwezig is. X ontvangt een naheffingsaanslag. X stelt dat hij, mede uit veiligheidsoverwegingen, de auto minder dan één minuut heeft stilgezet om een briefje te bekijken en daarbij de auto niet heeft verlaten. Rechtbank Den Haag vernietigt de naheffingsaanslag en oordeelt dat het korte stilstaan niet als parkeren kan worden aangemerkt. De heffingsambtenaar gaat in hoger beroep.
Hof Den Haag oordeelt dat het korte stilstaan van de auto zonder dat sprake is van uitstappen moet worden aangemerkt als parkeren. De uitzondering van in- of uitstappen of laden/lossen is namelijk niet van toepassing. Het hof benadrukt verder dat de redelijkheid van het naheffen van parkeerbelasting niet ter beoordeling staat van de belastingrechter. Het hoger beroep van de heffingsambtenaar is gegrond. Het hof vernietigt de uitspraak van de rechtbank en bevestigt de naheffingsaanslag.
Wetsartikelen:
Instantie: Hof Den Haag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Editie: 30 januari
Informatiesoort: VN Vandaag