Rechtbank Den Haag oordeelt dat de naheffingsaanslag wegen privégebruik van de auto terecht is opgelegd, omdat de rittenregistratie van X niet voldoet aan de wettelijke eisen. 

X heeft een auto ter beschikking gesteld gekregen van zijn werkgever. Op verzoek van X heeft de Belastingdienst een ‘verklaring geen privé gebruik auto’ aan X afgegeven. De werkgever heeft daarom gedurende 2017 geen rekening gehouden met privégebruik van de auto bij de verloning. Volgens de inspecteur voldoet de verstrekte rittenregistratie niet aan de wettelijke eisen. Daarom heeft de inspecteur een naheffingsaanslag over 2017 opgelegd met een verzuimboete. In geschil is of dat terecht is.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat de rittenregistratie niet voldoet aan de eisen uit art. 13bis lid 7 Wet LB jo. art 3.13 Uitv.reg. LB 2011. Onder meer de adressen van de bestemmingen en de vertrekpunten ontbreken en in het geval dat de gereden route afweek van de gebruikelijke route heeft X dit niet vermeld in de rittenregistratie. X heeft bovendien aangegeven dat hij voor veel voorkomende ritten vaste afstanden noteerde. Daarnaast wijken de kilometerstanden op de door X overgelegde garagebonnen af van de kilometerstanden in de rittenregistratie. De naheffingsaanslag wegens privégebruik auto is terecht opgelegd. De rechtbank acht de verzuimboete passend en geboden. Het beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011 3.13

Wet op de loonbelasting 1964 13bis

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Loonbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 10 januari

34

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen