X heeft een parkeervergunning en brengt zijn auto naar de garage voor reparatie. Van de garage krijgt hij een leenauto mee. Via de website van de gemeente past hij het kenteken van de vergunning aan in die van de leenauto. Als X zijn eigen auto weer ophaalt, vergeet hij op de website van de gemeente het kenteken weer aan te passen . Vervolgens krijgt hij negen naheffingsaanslagen parkeerbelasting. Na ontvangst van de eerste naheffingsaanslag past hij het kenteken direct aan. De gemeente past haar coulancebeleid toe en vernietigt daarom vier naheffingsaanslagen. X vindt het bedrag van de in stand gebleven naheffingsaanslagen onevenredig hoog voor een dergelijke fout.
Hof Amsterdam oordeelt dat de gemeente terecht vijf van de negen naheffingsaanslagen parkeerbelasting in stand laat. De gemeente past in dit geval haar coulancebeleid correct toe. Daarnaast is geen sprake van strijdigheid met het evenredigheidsbeginsel. De heffingsambtenaar heeft geen beoordelingsvrijheid bij het opleggen van naheffingsaanslagen parkeerbelasting. De naheffing is namelijk verschuldigd uit hoofde van de wet, te weten art. 225 van de Gemeentewet. De som van de naheffingsaanslagen is niet dermate hoog, dat gezegd kan worden dat de heffingsambtenaar alsnog de vrijheid heeft om te oordelen dat naheffing achterwege mag blijven.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 2 januari