Belanghebbende, X, is mede aansprakelijk voor een schuld van haar ex-partner van ruim € 8.800 wegens niet-betaalde kosten kinderopvang in het jaar 2010 aan kinderopvangbedrijf A. De voor het jaar 2013 aan X verstrekte voorschotten kinderopvangtoeslag zijn niet aan haar uitgekeerd, maar aan het kinderopvangbureau waar zij gebruik van maakte. In april 2013 legt de deurwaarder derdenbeslag op de nog niet verstrekte voorschotten voor 2013 in verband met de openstaande vordering voor kosten kinderopvang in 2010. Door het derdenbeslag is een deel van de factuur voor kinderopvang in mei 2013 onbetaald gebleven. De inspecteur herziet het voorschot kinderopvangtoeslag voor 2013 vervolgens naar nihil, omdat X niet alle kosten voor de kinderopvang in 2013 heeft betaald. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de kinderopvangtoeslag voor het berekeningsjaar 2013 op grond van wettelijke regelgeving niet vatbaar is voor beslaglegging door kinderopvangbedrijf A wegens een vordering tot nakoming van de betalingsverplichting voor de genoten kinderopvang in 2010. De beslaglegging is naar het oordeel van de rechtbank onrechtmatig uitgevoerd en X is reeds daarom niet toerekenbaar tekortgeschoten bij de betaling van de kinderopvangtoeslag voor 2013 aan kinderopvangbedrijf B. Voor de inspecteur was er dus geen aanleiding om het voorschot kinderopvangtoeslag 2013 op nihil te stellen. De rechtbank verklaart het beroep van X gegrond.
Wetsartikelen:
Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 45
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 26 augustus