Rechtbank Den Haag oordeelt dat X geen recht heeft op de alleenstaande-ouderkorting. Volgens de rechtbank voert X namelijk een gezamenlijke huishouding met haar ouders.

X en haar dochter wonen samen bij de ouders van X. X en haar ouders hebben een huurovereenkomst gesloten. In deze overeenkomst is onder andere de huurprijs opgenomen. Ook is omschrven welk deel van de woning X huurt. Verder is vastgelegd dat X zelf haar boodschappen doet en voor zichzelf kookt, wast en strijkt. In haar IB-aangifte voor het jaar 2011 claimt X de alleenstaande-ouderkorting. De inspecteur is van mening dat X geen recht heeft op de alleenstaande-ouderkorting.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X een gezamenlijke huishouding voert met haar ouders. Volgens de rechtbank is er namelijk vanwege de familieband geen sprake van een op zuiver commerciële gronden stoelende betrekking tussen X en haar ouders. Hieraan doet niet af dat alle bewoners een eigen financiële bijdrage leveren aan de kosten van huisvesting, voeding en verzorging. X heeft dan ook geen recht op de alleenstaande-ouderkorting.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 8.15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 25 juni

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen