Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X meer dan € 700.000 euro ogenschijnlijk uit het ‘niets’ heeft verkregen, zodat aannemelijk is dat er middelen zijn ontvangen uit niet aangegeven inkomen.

X betaalt in 2014 voor de realisatie van negen appartementen € 713.900 aan een bouwbedrijf. Na een boekenonderzoek stelt de inspecteur op basis van een vermogensvergelijking dat X in dat jaar een onverklaarbaar negatief netto privé van ruim € 500.000 heeft. In geschil zijn de navorderingsaanslagen in de IB-sfeer. Op de zitting overlegt de inspecteur het controlerapport van het boekenonderzoek en de aanbiedingsbrief. Deze stukken worden tardief verklaard, omdat de inspecteur deze veel eerder in geding had moeten brengen.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat X meer dan € 700.000 euro ogenschijnlijk uit het ‘niets’ heeft verkregen, zodat aannemelijk is dat er middelen zijn ontvangen uit niet aangegeven inkomen. Voor 2014 is niet de vereiste aangifte gedaan en de bewijslast wordt daarom omgekeerd en verzwaard. De schatting van de inspecteur van € 538.102 meer-inkomsten is niet onredelijk. X kan niet verklaren op welke wijze hij aan de middelen is gekomen waaruit de bouw van de appartementen zijn betaald. De beroepen van X zijn ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 27e

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting, Fiscaal bestuurs(proces)recht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 19 september

10

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen