De heer X exploiteert een eenmanszaak en verricht in dat kader juridische diensten. X maakt hiertoe gebruik van een 'derdengeldrekening'. Deze wordt door de inspecteur echter niet beschouwd als een officiële derdengeldrekening, zodat X deze moet verantwoorden en integreren in de jaarrekening van zijn onderneming. In geschil is de IB-navordering over 2007.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat de navordering terecht is, aangezien de rekening door X niet wordt beheerd als een zuivere derdengeldrekening. X heeft toegegeven dat hij regelmatig stortingen op de rekening doet of daar gelden vanaf haalt. De betreffende winstcorrectie van € 2600 houdt verband met een dergelijke privéopname, terwijl X heeft erkend dat hij niet kan onderbouwen dat het bedrag in een eerder jaar als omzet is verwerkt. Voorts is een aftrek van advocaatkosten terecht gecorrigeerd. De betreffende factuur is namelijk niet aan X gericht. Het beroep van X is desondanks gegrond, aangezien de inspecteur heeft toegegeven dat de aanslag € 461 te hoog is.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 9 januari