Rechtbank-Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bij het aanhouden van tegoeden of effecten in een land dat niet tot de Europese Unie behoort, geen beroep kan worden gedaan op de vrijheid van kapitaalverkeer.

De heer X (erflater) overlijdt in 2009. Zijn erfgenamen (belanghebbenden) beroepen zich vervolgens op de inkeerregeling en maken melding van een bankrekening die X in Zwitserland aanhield. De erfgenamen stellen dat de inspecteur bij het afwikkelen van het inkeerverzoek en het opleggen van de navorderingsaanslagen te weinig voortvarend heeft gehandeld.  Rechtbank-Zeeland-West-Brabant oordeelt dat bij het aanhouden van tegoeden of effecten in een land dat niet tot de Europese Unie behoort, geen beroep kan worden gedaan op de vrijheid van kapitaalverkeer. Aangezien ook voor het overige aan de voorwaarden wordt voldaan, geldt de verlengde navorderingstermijn onverkort. Voor het niet tijdig doen van uitspraak op bezwaar is de inspecteur geen dwangsom verschuldigd. De inspecteur heeft de gemachtigde vanwege de nog lopende onderhandelingen meegedeeld dat hij de ingebrekestelling als ingetrokken beschouwde. Aangezien de gemachtigde daar toen niet op reageerde, stelt de inspecteur terecht dat de ingebrekestelling is vervallen. Het beroep van de erfgenamen is ook voor het overige ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet bestuursrecht 4:17

Algemene wet bestuursrecht 3:4

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Europees belastingrecht

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 13 september

4

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen