Hof ’s-Hertogenbosch houdt de navorderingsaanslagen IB 2010 en 2011 in stand doch vermindert de boeten met 20% tot ruim € 400.000. Dat de inspecteur de inkomsten ook bij de zakenpartner van X heeft belast, is volgens het hof niet willekeurig omdat het niet duidelijk is wie de genieter van het inkomen is en het volgens rechtspraak is toegestaan het volledige voordeel bij X te belasten.
X krijgt navorderingsaanslagen IB 2010 en 2011 opgelegd met boeten van 50%, omdat uit strafrechtelijk onderzoek is gebleken dat X op grote schaal hennep heeft verkocht vanuit een pand dat hij samen met zakenpartner Y in eigendom heeft. X gaat in beroep. Lopende dit beroep veroordeelt de strafkamer X tot een gevangenisstraf van 33 maanden wegens o.m. overtreding van de Opiumwet. Rechtbank Zeeland-West-Brabant vermindert de nagevorderde inkomsten met 10% omdat de inspecteur geen rekening heeft gehouden met de aftrek van overige kosten en vermindert de boeten naar ruim vijf ton euro. X gaat in hoger beroep.
Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt dat cameraobservaties, telefoontaps en camerabeelden voldoende bewijs opleveren dat er in 2011 gedurende acht opvolgende maanden vanuit het bedrijfspand hennep is verhandeld en hieruit inkomsten zijn genoten. Het hof trekt de lijn terug naar 2010 ook al zijn er toen geen cameraobservaties en telefoontaps gedaan, er is bij een huiszoeking bij X wel ruim € 95.000 aan contanten aangetroffen. Het hof oordeelt dat voor beide jaren sprake is van kwade trouw zodat de inspecteur de navorderingsaanslagen heeft kunnen opleggen. Het hof is het met de inspecteur eens dat de niet-aangegeven inkomsten zó hoog zijn dat sprake is van het niet-doen van de vereiste aangiften zodat de bewijslast moet worden omgekeerd en verzwaard. De veronderstellingen en aannames die de inspecteur bij de schatting van de inkomsten heeft gemaakt acht het hof niet onredelijk. Dat de inspecteur de inkomsten ook bij de zakenpartner van X heeft belast, is volgens het hof niet willekeurig omdat het niet duidelijk is wie de genieter van het inkomen is omdat X en de zakenpartner daarover geen stelling hebben ingenomen. Bovendien is het op grond van rechtspraak toegestaan het volledige voordeel bij X te belasten. Het hof vermindert de boeten met 20% omdat de aan de navorderingsaanslagen ten grondslag liggende berekeningen een zekere ruwheid hebben en stelt de boeten vast op ruim vier ton euro.
Lees ook het thema Navordering
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 67e
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 14 november