In haar aangiften ib/pvv over de jaren 2012 en 2013 claimt X aftrek van specifieke zorgkosten, tot bedragen van respectievelijk € 5.435 en € 5.111. De aanslagen worden conform de ingediende aangiftes opgelegd. Vervolgens stelt de inspecteur X, bij brief van 6 oktober 2014, vragen over de in de aangiften opgenomen aftrekposten. Naar aanleiding van de uitkomsten daarvan beperkt de inspecteur de aftrek van specifieke zorgkosten voor de jaren 2012 en 2013 tot € 58 respectievelijk € 52. Gevolg zijn de in geschil zijnde navorderingsaanslagen over de jaren 2012 en 2013 waartegen X in beroep komt. Het geschil spitst zich toe op de vraag of sprake is van een nieuw feit en of de aftrek van specifieke zorgkosten terecht is beperkt.
Volgens Rechtbank Den Haag hoefden de aangiftes ib/pvv 2012 en ib/pvv 2013 voor de inspecteur geen aanleiding te geven om een nader onderzoek in te stellen. Hierbij speelt mede een rol dat beide aangiftes een verzorgde indruk maakten en door een gemachtigde zijn ingediend. Het nalaten van een nader onderzoek naar de juistheid van de aangiftes, kan niet als een ambtelijk verzuim worden aangemerkt. De uitkomst van het nader onderzoek dat de inspecteur bij de brief van 6 oktober 2014 heeft ingesteld, vormt een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt. Vervolgens beslist de rechtbank dat X de specifieke zorgkosten, zoals kosten voor medicijnen, uitgaven voor vervoer, dieetkosten, onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt. Het beroep is ongegrond.
Lees ook het thema Navordering.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.17
Algemene wet inzake rijksbelastingen 16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 26 september