Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X met de door hem overgelegde verklaringen niet aannemelijk maakt dat hij meer dan één dag in België werkte. Het hof hecht minder belang aan deze verklaringen omdat niet is bijgehouden waar X zijn werkzaamheden verrichtte.
Belanghebbende, X, woont in 2009 in België. Hij is werkzaam als consultant voor een automatiseringsproject bij de Nederlandse vestiging van A nv. Sinds 1 januari 2008 verricht X deze werkzaamheden als werknemer van B BVBA. Over het salaris wordt Nederlandse LB ingehouden. X is van mening dat hij niet belastingplichtig is in Nederland en verzoekt om teruggaaf van de LB. Hof 's-Hertogenbosch (9 juli 2015, nr. 13/00949, V-N 2015/44.21.18) oordeelt in een procedure over 2008 dat X weliswaar belastingplichtig in Nederland is, maar dat een deel van het salaris niet in Nederland is belast, omdat X gemiddeld één dag per week vanuit huis werkt. X stelt in een procedure over het jaar 2009 wederom dat hij niet belastingplichtig is in Nederland, en verzoekt om teruggaaf van de LB. Tevens stelt hij dat hij niet premieplichtig is in Nederland. Rechtbank Zeeland-West-Brabant stelt, net als Hof ’s-Hertogenbosch in de procedure over 2008, vast dat het aannemelijk is dat X in 2009 ook één dag per week vanuit huis heeft gewerkt. De inspecteur heeft dan ook terecht 80% van het genoten salaris belast. Vervolgens oordeelt de rechtbank dat X niet premieplichtig is in Nederland. Volgens de rechtbank volgt uit art. 14 lid 2 EG-verordening 1408/71 namelijk dat de wetgeving van de woonstaat van toepassing is, als een deel van de werkzaamheden op het grondgebied van de woonstaat wordt uitgeoefend. De rechtbank overweegt daarbij dat het besluit van de SVB, dat X in de periode 1 januari 2008 - 10 mei 2010 onderworpen is aan de Nederlandse socialeverzekeringswetgeving, niet bindend is. De rechtbank acht daarbij van belang dat de SVB blijkbaar geen rekening heeft gehouden met het gegeven dat X structureel ook in België werkzaamheden in dienstbetrekking verricht. De rechtbank stelt het premie-inkomen vast op nihil.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteur aannemelijk maakt dat de dienstbetrekking in Nederland wordt uitgeoefend en dat X met de door hem overgelegde verklaringen niet aannemelijk maakt dat hij meer dan één dag in België werkte. Het hof hecht minder belang aan deze verklaringen omdat niet is bijgehouden waar X zijn werkzaamheden verrichtte. Het hof bevestigt de uitspraak van de rechtbank.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 7.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Internationaal belastingrecht, Premieheffing
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 21 september