Nederland gebruikt geen Nederlands modelverdrag bij verdragsonderhandelingen. Dat antwoordt staatssecretaris Vijlbrief van Financiën op Kamervragen naar aanleiding van de Notitie Fiscaal Verdragsbeleid 2020.
Aangezien de Nederlandse inzet per onderhandeling verschilt, afhankelijk van de positie van het land waarmee wordt onderhandeld, hanteert Nederland geen modelverdrag meer. Nederland neemt het OESO-modelverdrag als uitgangspunt bij de onderhandelingen over een belastingverdrag.
In de discussie over een minimumniveau van belastingheffing merkt de staatssecretaris op dat dit er niet toe hoeft te leiden dat het beginsel van kapitaalimportneutraliteit geheel wordt verlaten. Het is wel denkbaar dat de vrijstelling voor ondernemingswinsten uit het buitenland in de toekomst wordt verleend op voorwaarde dat die winst in het buitenland onderworpen is aan een minimumniveau van belastingheffing.
Over het fiscaal verdragsbeleid ten aanzien van sporters en artiesten heeft de staatssecretaris op 21 januari 2021 reeds vragen beantwoord (V-N Vandaag 2021/149). Hij geeft verder aan dat indien er in bilaterale onderhandelingen ruimte is om (nog) andere uitzonderingen die bronstaatheffing beperken af te spreken, dergelijke uitzonderingen uiteraard ook denkbaar zijn.
Ten aanzien van inlichtingenuitwisseling tussen EU-lidstaten en derde landen geldt dat een belastingplichtige die geconfronteerd wordt met een belastingaanslag uit het buitenland hoe dan ook bij de Belastingdienst kan navragen of, en zo ja, welke informatie over hem is uitgewisseld. Bovendien zal voor deze belastingplichtige in het land dat de informatie gebruikt, een rechtsgang openstaan.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 2 februari