Bij de stemming over de Terms of Reference voor een VN-raamwerkverdrag heeft Nederland zich onthouden van stemming. Dat antwoordt staatssecretaris Idsinga van Financiën op Kamervragen van de leden Maatoug en Stultiens (GL-PvdA) over belastingverdragen.

Het VN-raamwerkverdrag moet volgens de opgestelde Terms of Reference gaan over verschillende onderwerpen. Daarbij wordt slechts één duidelijke instructie gegeven: de verdeling van heffingsrechten over inkomsten uit digitale diensten. Op dit punt is Nederland gecommitteerd aan het werk van het Inclusive Framework ten aanzien van Pijler 1. Het ontwikkelen van een VN-raamwerkverdrag op precies dezelfde problematiek leidt tot dubbel werk en tot fragmentatie in de internationale samenwerking op belastinggebied. Dat is de reden dat Nederland zich heeft onthouden van stemming.

In de antwoorden gaat de staatssecretaris verder uitgebreid in op de belastingverdragen met Bahrein, Barbados en Panama. Deze landen hebben aangegeven dat zij bezig zijn hun belastingsystemen te hervormen, waardoor zij mogelijk niet meer worden opgenomen in de regeling laagbelastende landen en niet-coöperatieve rechtsgebieden voor belastingdoeleinden. Een verzoek tot voortzetting van de heronderhandeling van het belastingverdrag in verband met de introductie van de Wet bronbelasting 2021 binnen de driejaarstermijn was daarom niet langer noodzakelijk. Indien deze landen geen verdere inspanningen verrichten om hun belastingsysteem aan te passen, wordt bekeken hoe Nederland daar per geval op reageert.

[Nieuwsbron] [Nieuwsbron] [Nieuwsbron]

Rubriek: Internationaal belastingrecht, Bronbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 18 september

Informatiesoort: VN Vandaag

298

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen