X woont sinds 9 februari 2009 in Thailand. In 2009 geniet X een lijfrente-uitkering van € 7.947, waarop de Nederlandse verzekeraar loonheffing heeft ingehouden en afgedragen. X claimt in zijn aangifte aftrek ter voorkoming van dubbele belastingheffing over het bedrag van de ontvangen lijfrentetermijnen. De inspecteur weigert de aftrek. In geschil is of Nederland op grond van het belastingverdrag met Thailand heffingsbevoegd is over de ontvangen lijfrentetermijnen. Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Nederland heffingsbevoegd is over de lijfrentetermijnen. Op grond van het belastingverdrag met Thailand heeft Nederland een heffingsrecht voorzover de termijnen als zodanig ten laste zijn gekomen van winst die in Nederland is behaald door een onderneming. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 7.2
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Belastingrecht algemeen, Internationaal belastingrecht
Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant
Editie: 14 augustus