De Hoge Raad oordeelt dat Nederland als woonstaat niet verplicht is om bij de berekening van een ouderdomspensioen de pensioengerechtigde als verzekerde aan te merken over een periode waarin de pensioengerechtigde onderworpen is geweest aan de Duitse socialezekerheidswetgeving.

Mevrouw Giesen en de heer Van den Berg worden, doordat zij in mini-jobs in Duitsland hebben gewerkt, geconfronteerd met kortingen op hun AOW-uitkeringen. Zij zijn het hier niet mee eens. De Hoge Raad stelt prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie EU. Het Hof van Justitie EU oordeelt dat het niet in strijd met het EU-recht is dat migrerende werknemers met een mini-job in Duitsland, die in Nederland wonen, in Nederland niet zijn verzekerd voor de volksverzekeringen. Niet van belang daarbij is dat deze werknemers in Duitsland aan de socialezekerheidswetgeving zijn onderworpen en daar niet in aanmerking komen voor een ouderdomspensioen of kinderbijslag. Het is volgens het Hof van Justitie EU echter in strijd met het EU-recht dat Nederland het recht op AOW voor migrerende werknemers afhankelijk stelt van een verzekeringsplicht en daarmee van verplichte premiebetaling.

De Hoge Raad oordeelt dat Nederland als woonstaat niet verplicht is om bij de berekening van een ouderdomspensioen als bedoeld in de AOW of een toeslag daarop, de pensioengerechtigde dan wel diens echtgenoot in afwijking van zijn nationale wetgeving als verzekerde aan te merken over een periode waarin de pensioengerechtigde onderworpen is geweest aan de Duitse socialezekerheidswetgeving. Vervolgens merkt de Hoge Raad ten aanzien van de periode 19 mei 1988 - 1 januari 1989 op dat mevrouw Giesen ook in die periode was onderworpen aan de Duitse socialezekerheidswetgeving. Tevens was zij in die periode verplicht verzekerd voor de AOW. Volgens de Hoge Raad mag Nederland dan bij de berekening van de aan Giessen toekomende toeslag op zijn ouderdomspensioen de periode van 19 mei 1988 - 1 januari 1989 niet als verzekerde periode van zijn echtgenote in aanmerking nemen. De Hoge Raad doet de zaken zelf af.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 48

Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 45

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht, Premieheffing, Internationale sociale zekerheid

Instantie: Hoge Raad

Editie: 28 januari

6

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen