Hof Arnhem-Leeuwarden oordeelt dat de inspecteur terecht slechts verrekening van € 2250 aan dividendbelasting toestaat. Op grond van het Belastingverdrag met Frankrijk hoeft Nederland slechts 15% van het brutobedrag van de dividenden te verrekenen. De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

In 2012 ontvangt X € 15.000 aan Franse dividenden. In zijn IB-aangifte 2012 geeft X € 5600 aan verrekenbare buitenlandse bronbelasting aan. De inspecteur staat slechts verrekening toe van € 2250 (15% van € 15.000).

Hof Arnhem-Leeuwarden (MK V, 4 oktober 2017, 17/00030, V-N 2017/62.1.4) oordeelt dat de inspecteur terecht slechts verrekening van € 2250 aan dividendbelasting toestaat. Op grond van het Belastingverdrag met Frankrijk hoeft Nederland slechts 15% van het brutobedrag van de dividenden te verrekenen. Dat X het meerdere niet in Frankrijk heeft kunnen terugkrijgen acht het hof niet van belang.

De Hoge Raad oordeelt dat de middelen of klachten niet tot cassatie kunnen leiden (art. 81 Wet RO).

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen 24

Overeenkomst tussen de Regering van het Koninkrijk der Nederlanden en de Regering van de Franse Republiek tot het vermijden van dubbele belasting en het voorkomen van het ontgaan van belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen en naar het vermogen 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Dividendbelasting, Internationaal belastingrecht

Instantie: Hoge Raad

Editie: 3 oktober

89

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen