De term ‘paradijs’ suggereert dat brievenbusfirma’s hun bestaan in Nederland onbezorgd kunnen genieten. Daar is volgens minister Van Weel van Justitie en Veiligheid gezien de verschillende getroffen maatregelen geen sprake van.

In februari 2024 is een inval geweest in een pand dat eigendom was van een eerder veroordeelde trustdirecteur. Op het adres stonden 374 bedrijven ingeschreven. De minister deelt geen inhoudelijk informatie over de specifieke zaak, maar reageert wel op vragen van Kamerlid Van Nispen (SP) over fraude met brievenbusfirma’s.

Het enkele feit dat een adres wordt gebruikt door een of meerdere brievenbusfirma’s is volgens de minister geen grond voor een toezichthouder of het Openbaar Ministerie om een (strafrechtelijk) onderzoek te starten. Wel kan de registratie van veel bedrijven op één adres in samenhang met andere signalen een indicator zijn voor eventueel misbruik en/of strafbare feiten.

De zorgen over de inval in het bedrijfspand zijn reden voor een probleemverkenning naar het huidige stelsel. De Tweede Kamer wordt over de uitkomsten medio 2025 geïnformeerd. Daarnaast stuurt de Minister van Economische Zaken in de voortgangsbrief Datavisie Handelregister informatie over een onderzoek naar de registratie van bezoek- en postadressen en evalueert het Ministerie van Financiën in 2026 de Wet toezicht trustkantoren 2018.

De relatief hoge graad van massaregistraties impliceert dat er relatief veel bedrijven in Nederland zijn die naast het hebben van een bezoekadres weinig tot geen reële economische activiteiten in Nederland verrichten.

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

[Nieuwsbron]

Regelgevende instantie: Ministerie van Justitie en Veiligheid

Editie: 6 september

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

432

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen