D houdt 1% van de aandelen in belanghebbende, X bv. De overige aandelen zijn in handen van STAK D. Alle certificaten van aandelen worden gehouden door D. X bv houdt de aandelen in E bv en F bv. Op 2 juli 2008 wordt X bv geregistreerd als 'oversea company' op Malta. De inspecteur legt diverse naheffingsaanslagen dividendbelasting en VPB-navorderingsaanslagen op aan X bv in verband met, onder andere, in 2011 en 2012 verrichte dividenduitkeringen. In geschil is of de aanslagen terecht zijn opgelegd. Rechtbank Den Haag oordeelt dat de inspecteur niet aannemelijk maakt dat de feitelijke leiding van X bv zich in 2011 en 2012 in Nederland bevindt en vernietigt de aanslagen. Hof Den Haag stelt eerst vast dat X bv er niet op kon vertrouwen dat de inspecteur heeft ingestemd met de feitelijke leiding op Malta. X bv was bij het overleg met de inspecteur al niet van plan om haar Maltese bestuurders daadwerkelijke leiding over haar bedrijfsactiviteiten te geven. Verder heeft zij ook niet alle relevante informatie verstrekt. Volgens het hof is X bv zowel inwoner van Nederland als van Malta. Vervolgens stelt het hof vast dat de werkelijke leiding van X bv in Nederland wordt uitgeoefend en dat Nederland dan ook de woonstaat is voor de verdragstoepassing. X bv gaat in cassatie.
Advocaat-generaal Wattel concludeert dat X bv er niet op kon vertrouwen dat de inspecteur heeft ingestemd met de feitelijke leiding op Malta. De A-G wijst er daarbij op dat X bv bij het overleg in 2009 enkele stukken niet heeft overgelegd. Verder is de A-G het eens met het hof dat de inspecteur aan zijn bewijslast heeft voldaan. De A-G adviseert de Hoge Raad dan ook om het beroep in cassatie van X bv ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 4
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Vennootschapsbelasting, Internationaal belastingrecht
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 20 april