Hof Arnhem-Leeuwaarden oordeelt dat het heffingsrecht over de bestuurdersbeloning verdeeld is tussen Nederland en Zwitserland.

Belanghebbende, X, is tot 30 april 2012 werkzaam als lid van de raad van bestuur van een in Nederland gevestigde beursgenoteerde vennootschap. De werkgever kent voor deze leden een vastgestelde beloning als een periodieke salaris uitbetaling en een ander deel als ‘Performance share plan’ voor de ‘Board of Management’ (hierna: de regeling). X heeft hieraan deelgenomen en de werkgever heeft hem uiteindelijk de tegenwaarde van de toegekende aandelen uitgekeerd. X emigreert per 1 november 2013 naar Zwitserland en werkt vanaf die datum voor een Zwitsers bedrijf.

In hoger beroep is in geschil of de door belanghebbende ontvangen inkomsten geheel of voor 50 percent tot het binnenlandse belastbare inkomen van X moeten worden gerekend.

Hof Arnhem-Leeuwaarden oordeelt dat art. 16 lid 3 Belastingverdrag NL-Zwitserland een bijzondere regeling bevat die afwijkt van de regeling in het OESO-modelverdrag. Lonen en salarissen, betaald door een lichaam dat inwoner is van Nederland aan een bestuurder die inwoner is van Zwitserland, zijn voor de helft onderworpen aan belasting in Nederland en in Zwitserland. Op basis van de regeling wordt het variabele deel van het salaris berekend. Aan de hiervoor in aanmerking komende bestuursleden wordt het aantal aandelen toegekend dat het resultaat is van de deling van de beurskoers van het moment op deze variabele beloning. In casu is geen sprake van een gebruikelijke aandelenoptieregeling. Het hoger beroep van X is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Verdrag tussen het Koninkrijk der Nederlanden en de Zwitserse Bondsstaat tot het vermijden van dubbele belasting met betrekking tot belastingen naar het inkomen 16

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Internationaal belastingrecht

Instantie: Hof Arnhem-Leeuwarden

Editie: 13 januari

55

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen