Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Nederland niet heffingsbevoegd is, nu er tijdens het vervoer geen onregelmatigheid geconstateerd is en derhalve bij het land van verzending moet worden aangesloten.

X verzendt twee maal goederen onder schorsing van accijns naar Nederland. Bij aankomst blijkt dat er in beide gevallen minder goederen zijn aangekomen dan aangegeven. X betaalt de hierover verschuldigde accijns en gaat tevens in bezwaar. In geschil is of Nederland heffingsbevoegd is.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat Nederland niet heffingsbevoegd is en X derhalve onterecht accijns heeft betaald. De rechtbank overweegt dat de oorzaak van het geconstateerde tekort niet de constatering zelf is, maar een, in dit geval, onbekend gebleven reden. De redenatie van de inspecteur, die aansluit bij de locatie waar de constatering van het tekort plaatsvond, is derhalve onjuist. Indien er tijdens de overbrenging geen onregelmatigheid is geconstateerd, wordt de onregelmatigheid geacht te hebben plaatsgevonden in de lidstaat van verzending, in casu België. Het beroep is gegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inkomensafhankelijke regelingen 10

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Douane, Accijns en verbruiksbelastingen

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Editie: 6 juli

14

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen