Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur X terecht als binnenlands belastingplichtige heeft aangemerkt. X toont namelijk niet aan dat hij in 2013 niet in Nederland woonde.

X heeft de Nederlandse nationaliteit en verblijft regelmatig in Nederland, maar ook in Y-land. Volgens de Basisregistratie Personen heeft X twee kinderen die in Nederland wonen. Verder is X eigenaar van een aantal in Nederland gelegen onroerende zaken, en houdt hij de aandelen in een bv. Omdat X geen IB-aangifte indient, legt de inspecteur een ambtshalve IB-aanslag 2013 op aan X. X is het hier niet mee eens. Hij is van mening dat hij niet als binnenlands belastingplichtige kan worden aangemerkt.

Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur X terecht als binnenlands belastingplichtige heeft aangemerkt. Volgens het hof toont X namelijk niet aan dat hij in 2013 niet in Nederland woonde. Het hof overweegt daarbij dat X weliswaar stelt dat hij in Y-land een verblijfplaats, familie, vrienden en een sociale kring had, maar heeft hij ter ondersteuning van die stellingen geen bewijs ingebracht waarmee overtuigend is aangetoond dat hij in 2013 inwoner van Y-land was en niet van Nederland. Verder merkt het hof nog op dat er ook sprake is van een sociale binding met Nederland nu een kind van X met zijn moeder verblijft in een woning in Nederland die eigendom is van X. Het hof handhaaft de aanslag, omdat de inspecteur het inkomen van X aan de hand van een redelijke schatting heeft vastgesteld.

Lees ook het thema Buitenlandse belastingplicht in de loonbelasting

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 4

Wet inkomstenbelasting 2001 2.1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 4 juni

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen