De Europese Commissie stelt Nederland vragen over het niet uitbreiden van de Nederlandse regeling voor belastingvermindering tot buitenlandse beleggingsfondsen, die vergelijkbaar zijn met de binnenlandse beleggingsfondsen. Dat staat in het periodieke overzicht inbreukbeslissingen van de Europese Commissie.
In tegenstelling tot Nederlandse beleggingsfondsen kunnen buitenlandse beleggingsfondsen de dividendbelasting die Nederlandse ondernemingen betalen over dividenden die zij aan buitenlandse beleggingsfondsen uitkeren en die deze laatste vervolgens aan hun eigen beleggers uitdelen, niet compenseren. De Commissie is van mening dat de regeling een beperking van het vrije verkeer van kapitaal inhoudt omdat de Nederlandse regeling een verschil in behandeling creëert ten nadele van beleggingsfondsen van andere EU-lidstaten en EER-staten.
De Europese Commissie stuurt Nederland ook een aanmaningsbrief omdat geen coördinatoren voor digitale diensten (DSC's, de bevoegde autoriteiten om de digitaledienstenverordening uit te voeren) zijn aangewezen en/of deze autoriteiten hebben niet de machtiging om de door de verordening vereiste taken uit te voeren. De DSC's houden toezicht op de op hun grondgebied gevestigde onlinetussenpersonen (zoals onlineplatformen) en zijn het eerste aanspreekpunt voor burgers en bedrijven om klachten in verband daarmee op te lossen.
Nederland krijgt in beide gevallen twee maanden de tijd om te antwoorden op de door de Commissie vastgestelde tekortkomingen. Komt er geen bevredigend antwoord, dan kan de Commissie verdere besluiten nemen.
Wetsartikelen:
Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte 40
Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie 63
Rubriek: Europees belastingrecht, Dividendbelasting
Regelgevende instantie: Europese Unie
Editie: 13 augustus
Informatiesoort: VN Vandaag
Focus: Focus