Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv niet het bewijs heeft geleverd dat de buitenlandse afnemers btw-ondernemer zijn. X bv had dan ook btw in rekening moeten brengen voor haar reclamediensten.

X bv biedt advertentieruimte aan op internetsites aan personen die vakantiehuisjes in het buitenland willen verkopen of verhuren. Zij brengt hierbij, mede op grond van een in 2006 uitgevoerd boekenonderzoek, geen btw in rekening aan personen met een buitenlands factuuradres. De inspecteur deelt medio 2010 aan X bv mede dat zij geen vertrouwen meer kan ontlenen aan het boekenonderzoek uit 2006. X bv stelt dat de aanbieders van de woningen btw-ondernemer zijn en in het buitenland zijn gevestigd, zodat zij geen Nederlandse btw zijn verschuldigd over de reclamediensten. De inspecteur legt een btw-naheffingsaanslag op aan X bv.

Rechtbank Den Haag oordeelt dat X bv niet het bewijs heeft geleverd dat de buitenlandse afnemers btw-ondernemer zijn. De rechtbank overweegt hierbij dat de afnemers bij de aanmelding op de website er voor kunnen kiezen om een btw-nummer op te geven, en dat de naheffingsaanslag betrekking heeft op afnemers die geen btw-nummer hebben opgegeven. Dat deze afnemers geen btw-nummer kunnen krijgen acht de rechtbank niet van belang. Verder wijst de rechtbank er nog op dat X bv ook niet heeft aangetoond dat de afnemers in het buitenland zijn gevestigd. De naheffingsaanslag blijft in stand.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet op de omzetbelasting 1968 6

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Omzetbelasting

Instantie: Rechtbank Den Haag

Editie: 4 september

3

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen