Belanghebbende, X, heeft de Nederlandse nationaliteit en woont in het jaar 2010 in Nederland. X werkt dat jaar op een schip dat eigendom is van X bv. X staat op de loonlijst van de Zwitserse A. Op 14 november 2007 is door het voormalig Ministerie van Verkeer en Waterstaat een Rijnvaartverklaring afgegeven waarop X bv als eigenaar en A als exploitant van het schip staat vermeld. Op 24 juli 2009 is deze Rijnvaartverklaring ingetrokken. Het schip was in het jaar 2010 voorzien van het certificaat als bedoeld in artikel 22 van de herziene Rijnvaartakte. X verzoekt om vrijstelling van de premieheffing volksverzekeringen voor het jaar 2010. De inspecteur staat de vrijstelling niet toe. X komt in beroep tegen de aanslag ib/pvv voor het jaar 2010. Volgens Rechtbank Den Haag is X op grond van de "Overeenkomst krachtens artikel 16, eerste lid, van de verordening (EG) 883/2004 betreffende de vaststelling van de op rijnvarenden toepasselijke wetgeving 883/2004" als Rijnvarende aan te merken. Het schip waarop X zijn beroepsarbeid verricht behoort tot de in Nederland gevestigde X bv, aldus de rechtbank. X maakt niet aannemelijk dat het schip wordt geëxploiteerd door A. X is in Nederland verzekerd en premieplichtig voor de volksverzekeringen.
Inhoudsopgave van deze editie
Gerelateerde artikelen
Duitse weduwe is premieplichtig voor volksverzekeringen
Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X sinds zij AOW ontvangt niet meer premieplichtig is voor de AOW. X is als inwoner van Nederland nog wel de inkomensafhankelijke ZVW-bijdrage verschuldigd.
Ook loonkostenvoordeel (jeugd-)LIV bij OVO op één te lijn stellen met voortbestaan dienstbetrekking
Hof Amsterdam oordeelt met verwijzing naar het arrest HR 24 mei 2024, ECLI:NL:HR:2024:746, V-N 2024/26.8 dat de situatie van overgang van een onderneming (OVO), ook voor de toepassing van de loonkostenvoordelen van de lage-inkomensvoordeel (LIV) en de jeugd-LIV, op één lijn moet worden gesteld met de situatie waarin de dienstbetrekking met de oorspronkelijke werkgever ongewijzigd blijft voortbestaan.
Nieuwe versie Kennisdocument Premiedifferentiatie WW
Versie februari 2025 van het Kennisdocument Premiedifferentiatie WW is gepubliceerd op de website van de Rijksoverheid.
Het werkgeversleed dat 25 miljard teveel betaalde Aof-premie heet…
De aof-premie is één van de premies werknemersverzekeringen. Deze wordt volledig door de werkgever gedragen, werknemers betalen er niet voor. Vanuit werkgeversperspectief is de aof-premie een loonkostenpost. De Aof-premie is bedoeld om het Arbeidsongeschiktheidsfonds te vullen. Dat fonds is gebaseerd op een zogenoemd omslagstelsel. Met de premies die in een jaar binnenkomen, worden de uitkeringen die dat jaar ten laste van het fonds komen, betaald. Bij een omslagstelsel hoort niet dat er structureel overschotten worden gerealiseerd.
Aard van werkzaamheden bepalend voor sectorindeling (art. 81 Wet RO)
Hof Amsterdam oordeelt dat de inspecteur X terecht niet heeft ingedeeld in sector 12. De aard van de werkzaamheden van X verschilt te veel van de bedrijven die terecht in sector 12 zijn ingedeeld, en zijn bepaald niet aan te duiden als een motorvoertuigenbedrijf. De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie zonder nadere motivering ongegrond (art. 81 lid 1 Wet RO).
'Werkgevers betalen al jaren te veel premies voor het Arbeidsongeschiktheidsfonds'
De sociale premies die werkgevers betalen voor het het Arbeidsongeschiktheidsfonds, zijn al jaren structureel hoger dan nodig om de arbeidsongeschiktheidsuitkeringen zoals de WIA mee te betalen. Hierdoor werkt de inning van deze premies, waarvan inmiddels een overschot van tientallen miljarden is, als een verkapte belasting op ondernemers die werknemers in dienst hebben. Dat meldt de Telegraaf.
Eigenrisicodrager met private uitvoerder en VCR moet zich melden bij fiscus
Werkgevers die vanaf 1 januari 2025 eigenrisicodrager zijn en gebruikmaken van een private uitvoerder met apart voortschrijdend cumulatief rekenen (VCR), moeten zich uiterlijk 28 februari 2025 bij de Belastingdienst melden.
Fout in rekenvoorschriften
De Belastingdienst heeft een nieuwe, verbeterde versie van de Rekenvoorschriften voor de geautomatiseerde loonadministratie 2025 gepubliceerd.