Rechtbank Noord-Nederland beslist dat Rijnvarende, X, in Nederland verzekeringsplichtig is. Voor de beoordeling van de premieplicht wordt aangesloten bij de inhoud van de A1-verklaring.
Belanghebbende, X, heeft de Nederlandse nationaliteit en woont het hele jaar 2013 in Nederland. Hij werkt in loondienst voor een werkgever op Cyprus. X voert zijn werkzaamheden het gehele jaar uit op een binnenvaartschip dat hoofdzakelijk op de Rijn vaart. Aan X is een A1-verklaring afgegeven waarin wordt vastgesteld dat de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving van toepassing is voor de periode 1 januari 2013 tot en met 31 december 2014. Het beroep van de werkgever van X tegen deze afgegeven A1-verklaring wordt ongegrond verklaard. Bij het opleggen van de aanslag ib/pvv 2013 aan X gaat de inspecteur uit van de Nederlandse verzekeringsplicht. X stelt niet verplicht verzekerd te zijn voor de Nederlandse volksverzekeringen en komt in beroep.
Rechtbank Noord-Nederland beslist dat X voor het gehele jaar 2013 verplicht verzekerings- en premieplichtig is voor de Nederlandse volksverzekeringen. Volgens het arrest van de Hoge Raad van 5 oktober 2018, V-N 2018/53.10 moet namelijk voor de beoordeling van de premieplicht worden aangesloten bij de inhoud van de A1-verklaring. X heeft geen recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Hij heeft niet aannemelijk gemaakt dat zijn loon in Cyprus aan belasting is onderworpen, dan wel dat hij feitelijk in Cyprus arbeid heeft verricht. Het beroep van X is ongegrond.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Premieheffing, Internationale sociale zekerheid
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 29 april
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief