Rechtbank Noord-Nederland beslist dat Rijnvarende, X, in Nederland verzekeringsplichtig is. Voor de beoordeling van de premieplicht wordt aangesloten bij de inhoud van de A1-verklaring.
Belanghebbende, X, heeft de Nederlandse nationaliteit en woont het hele jaar 2013 in Nederland. Hij werkt dat jaar in loondienst voor werkgevers op Cyprus en in Liechtenstein. X voert zijn werkzaamheden het gehele jaar uit op twee binnenvaartschepen die hoofdzakelijk op de Rijn varen. Aan X is een (herziene) A1-verklaring afgegeven waarin wordt vastgesteld dat de Nederlandse sociale zekerheidswetgeving op hem van toepassing is voor de periode 1 januari 2013 tot en met 17 december 2013. Dat is de periode dat X werkt voor de werkgever op Cyprus. Van 18 december 2013 tot en met 30 november 2015 is het Liechtensteinse sociaal verzekeringsrecht op X van toepassing. In beroep stelt X het gehele jaar 2013 niet verplicht verzekerd te zijn voor de Nederlandse volksverzekeringen.
Rechtbank Noord-Nederland beslist dat X voor de periode van 1 januari 2013 tot en met 17 december 2013 verplicht verzekerings- en premieplichtig is voor de Nederlandse volksverzekeringen. Volgens het arrest van de Hoge Raad van 5 oktober 2018, V-N 2018/53.10 moet namelijk voor de beoordeling van de premieplicht worden aangesloten bij de inhoud van de A1-verklaring. X heeft geen recht op aftrek ter voorkoming van dubbele belasting. Hij heeft niet aannemelijk gemaakt dat zijn loon in Cyprus, dan wel Liechtenstein aan belasting is onderworpen, dan wel dat hij daar feitelijk arbeid heeft verricht. Het beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema Grensoverschrijdende arbeid: wonen in Nederland, werken in het buitenland
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 38
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht, Premieheffing, Internationale sociale zekerheid
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 29 april
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief