Rechtbank Den Haag beslist dat Nederlander X die als Rijnvarende voor een Luxemburgse werkgever werkt in Nederland sociaal verzekerd is. De exploitant van het binnenvaartschip waarop X werkt is in Nederland gevestigd.
Nederlander, X, woont in het jaar 2011 in Nederland en werkt dat jaar als Rijnvarende op een binnenvaartschip. Van 1 januari 2011 tot en met 31 augustus 2011 werkt X voor een Luxemburgse werkgever. Vanaf 1 september 2011 tot en met 31 december 2011 werkt X voor een in Nederland gevestigde werkgever. X beschikt over een door de bevoegde Luxemburgse autoriteit afgegeven E106‑verklaring waarin wordt verklaard dat hij vanaf 16 maart 2005 in Luxemburg sociaal verzekerd is. In geschil is of X van 1 januari 2011 tot en met 31 augustus 2011 in Nederland sociaal verzekerd is.
Volgens Rechtbank Den Haag is X in de periode dat hij voor de Luxemburgse werkgever werkt in Nederland sociaal verzekerd en premieplichtig voor de volksverzekeringen. De exploitant van het schip waarop hij werkt is namelijk in Nederland gevestigd. De inspecteur is bevoegd om de verzekeringsplicht van X vast te stellen. Het gebrek aan een A1-verklaring staat daar niet aan in de weg. De inspecteur is niet gebonden aan de door de Luxemburgse autoriteiten afgegeven E106-verklaring omdat deze geen rechtskracht heeft. X heeft geen recht op een immateriële schadevergoeding vanwege het overschrijden van de redelijke termijn. De gemachtigde van X heeft namelijk ingestemd met de verlenging van de beslistermijn op het bezwaar. Het beroep van X is ongegrond.
Wetsartikelen:
Europees Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden 6
Wet financiering sociale verzekeringen 57
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Premieheffing, Internationale sociale zekerheid
Instantie: Rechtbank Den Haag
Editie: 5 februari
Uitsluiting Nieuwsbrief: Uitsluiting Nieuwsbrief