De heer Kik woont in 2004 in Nederland en werkt het gehele jaar aan boord van een onder Panamese vlag varende pijpenlegger. Sinds 1 juni 2004 voert Kik de werkzaamheden uit voor een Zwitserse werkgever. Tot 25 augustus 2004 werkt X ook op het Nederlandse deel van het continentale plat. In de daarop volgende periode vinden de werkzaamheden uitsluitend buiten Nederland plaats, namelijk op het Spaanse deel van het continentale plat, in internationale wateren en in de territoriale wateren van Australië. In geschil is of Kik van 1 juni tot en met 24 augustus 2004 premieplichtig is voor de volksverzekeringen. Hof 's-Gravenhage beantwoordt deze vraag bevestigend. Het hof baseert deze beslissing uitsluitend op het Nederlandse nationale recht. De Hoge Raad heeft prejudiciële vragen in deze zaak gesteld.
Het Hof van Justitie EU (HvJ EU) oordeelt dat Kik binnen de personele werkingssfeer valt van EG-verordening 1408/71. Het HvJ EU acht daarbij van belang dat Kik onderdaan van Nederland is, dat hij in Nederland woont, dat in Nederland belasting over zijn inkomen wordt geheven en dat hij, na wijziging van werkgever, op hetzelfde schip blijft varen. Verder merkt het HvJ EU op dat Kik in principe onder de wetgeving van vestigingsstaat van de werkgever valt, maar dat in casu de Nederlandse wetgeving van toepassing is. Volgens het HvJ EU zou toepassing van de Zwitserse wetgeving namelijk leiden tot aansluiting bij een stelsel van vrijwillige verzekering of zou Kik bij geen enkel stelsel van sociale zekerheid zijn aangesloten.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Europees belastingrecht, Internationaal belastingrecht, Premieheffing
Instantie: Hof van Justitie van de Europese Unie
Editie: 23 maart