Aan X, een bedrijfsruimte, is een aanslag zuiveringsheffing 2018 opgelegd. Aan de aanslag is een meetbeschikking vooraf gegaan, op grond waarvan X meting, bemonstering en analyse uitvoert. In de verordening wordt verwezen naar NEN-normen. X voert in beroep aan dat de NEN-normen niet op de juiste wijze bekend zijn gemaakt, waardoor de verordening onverbindend is.
Rechtbank Amsterdam oordeelt dat ter zake van de NEN-normen niet aan de kenbaarheidseisen is voldaan (HR 7 juni 2019, ECLI:NL:HR:2019:868). Een belastingplichtige moet zelf aan de hand van de gepubliceerde wet- en regelgeving de omvang van zijn fiscale verplichtingen kunnen vaststellen. Dit betekent dat de hiervoor benodigde gegevens binnen een redelijke termijn en zonder overmatige inspanning te vinden en te raadplegen moeten zijn (Hof Arnhem-Leeuwarden 17 maart 2020, ECLI:NL:GHARL:2020:2429). De NEN-normen zijn niet gepubliceerd. De rechtbank verwerpt het standpunt van de heffingsambtenaar dat de kenbaarheid van geval tot geval moet worden beoordeeld. Dat X op de hoogte is van de inhoud van de NEN-normen, dat NEN-norm 66001 (per abuis) aan haar is overgelegd en dat X bij het besluit tot aanwijzing als meetbedrijf niet heeft aangevoerd dat de NEN-normen niet kenbaar waren voor haar, is naar het oordeel van de rechtbank niet van belang. De rechtbank vermindert de aanslag.
Wetsartikelen:
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Belastingen van lagere overheden
Instantie: Rechtbank Amsterdam
Editie: 14 september