Hof ’s-Hertogenbosch oordeelt net zoals de rechtbank, dat de inspecteur aannemelijk maakt dat X inkomsten heeft genoten uit het pgb van ex-echtgenote.

X en zijn ex- echtgenote Y wonen het gehele jaar 2013 samen. De aangifte IB 2013 van X corrigeert de inspecteur met inkomsten uit zorgverlening. Y ontvangt € 7.798 pgb, waarvan X € 5.495 ontvangt aldus de inspecteur, die gehouden is het bewijs te leveren dat X meer inkomsten heeft genoten dan aangegeven. Rechtbank Zeeland-West-Brabant is van oordeel dat de inspecteur tegenover de gemotiveerde betwisting door X aannemelijk maakt dat X inkomsten uit het pgb van Y heeft ontvangen. Y heeft verklaard te zijn opgelicht. Echter, de inspecteur beschikt over een renseignement van het Zorgkantoor dat aan X € 5.495 is uitbetaald en uit bankafschriften van zowel X (met hoge contante stortingen) als van Y (met hoge contante opnamen) blijkt niet het tegendeel. 

Hof ’s-Hertogenbosch bevestigt de uitspraak van de rechtbank. X heeft in hoger beroep geen nieuw bewijs geleverd m.b.t. de gelden die over en weer zijn gegaan en volstaat met verwijzing naar eerder ingediende stukken. Het hof verklaart het hoger beroep van X ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Wet inkomstenbelasting 2001 3.1

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Inkomstenbelasting

Instantie: Hof 's-Hertogenbosch

Editie: 15 mei

5

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen