X is eigenaar van een woning in het buitengebied, die niet is aangesloten op het gemeentelijke rioleringsstelsel of op een IBA. Het hemelwater van het perceel wordt afgevoerd naar een sloot. De heffingsambtenaar van de gemeente Dirksland heeft een aanslag rioolheffing opgelegd. Rechtbank Dordrecht verklaart het beroep gegrond en vernietigt de aanslag. De heffingsambtenaar komt in hoger beroep.

Hof Den Haag verwerpt het standpunt van X dat het hoger beroep niet-ontvankelijk is. Het college van B&W heeft de directeur van het SVHW aangewezen als heffingsambtenaar en aangesteld als onbezoldigd gemeenteambtenaar. Daarmee heeft de bevoegdheidstoedeling op juiste wijze plaatsgevonden. Het hof overweegt dat uit de Verordening volgt dat een aanslag kan worden opgelegd aan de eigenaar van een perceel dat (i) is aangesloten op de gemeentelijke riolering, dan wel (ii) dat belang heeft bij de nakoming van de gemeentelijke zorgplichten. De heffingsambtenaar voert aan dat, vanuit de collectiviteitsgedachte, kan worden verondersteld dat alle eigenaren binnen de gemeente belang hebben bij het nakomen door de gemeente van haar zorgplichten. Niet van belang is dat het perceel geen rioolaansluiting heeft. Het hof overweegt dat deze opvatting er in wezen op neer komt dat het in de Verordening neergelegde vereiste van een perceelsgebonden belang bij de gemeentelijke zorgtaken van iedere betekenis is ontbloot. Dat kan niet de bedoeling van de gemeentelijke regelgever zijn geweest. De heffingsambtenaar heeft onvoldoende feiten en omstandigheden gesteld waaruit volgt dat het perceel belang heeft bij de gemeentelijke zorgtaken. Daaraan doet niet af dat X mogelijk een belang heeft bij het treffen van gemeentelijke voorzieningen binnen de bebouwde kom of elders in de gemeente, in de zin dat deze voorzieningen tevens voorkomen dat er ten aanzien van het perceel in het buitengebied problemen kunnen ontstaan met betrekking tot hemel- en grondwater.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Gemeentewet 228a