Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat er dankzij de onherroepelijke informatiebeschikking voor de aanslag IB/PVV 2010 sprake is van omkering van de bewijslast. X heeft vervolgens niet overtuigend bewezen dat de uitspraken op bezwaar tegen de navorderingsaanslagen 2010 onjuist waren.

Hof ’s-Hertogenbosch stemt volledig in met het oordeel van Rechtbank Zeeland-West-Brabant dat het onderscheid bij forensenbelasting tussen inwoners en niet-inwoners niet in strijd is met het gelijkheidsbeginsel.

Als er door toedoen van de Belastingdienst een vertraging is ontstaan in de achterwaartse verliesverrekening, waardoor ondernemers renteschade lijden, gaat de Belastingdienst coulancerente vergoeden. Het Ministerie van Financiën volgt hiermee een aanbeveling van de Nationale ombudsman op.

Rechtbank Gelderland oordeelt dat de strafrechtelijke vrijspraak geen beletsel voor de IB-navordering hoeft te zijn, maar de inspecteur is ten aanzien van de navordering niet met aanvullend bewijs gekomen. Het vermoeden van onschuld geldt dus voor deze fiscale procedure.

De pas aangetreden staatssecretaris Van Oostenbruggen van Financiën (Fiscaliteit en Belastingdienst) zal persoonlijk geen gebruikmaken van de compensatieregeling box 3. Minister-president Schoof vermeldt dat in een Kamerbrief zonder uit te weiden over de reden.

De Kennisgroep inkomstenbelasting niet-winst heeft het standpunt over de aftrekbaarheid van collegegeld betaald door een student voorafgaand aan de emigratie naar Nederland, geactualiseerd. Er is een verwijzing opgenomen naar Hoge Raad 12 juli 2024, ECLI:NL:HR:2024:1060, V-N 2024/33.18 en BNB 2024/114. Inhoudelijk is het standpunt niet gewijzigd.

Inkomensondersteuning moet bestaanszekerheid bieden, makkelijk te begrijpen zijn en werk moet (meer) lonen. Dit zijn de drie doelen die minister Van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid noemt in zijn brief over de hervormingsagenda inkomensondersteuning.

Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat sprake is van een contractuele annuïtaire aflossingsverplichting voor de lening, waardoor de renteaftrek terecht is geweigerd. De rechtbank benadrukt het belang van een schriftelijke vastlegging van de aflossingsverplichting bij het aangaan van de lening.