De heffingsambtenaar legt aan X een naheffingsaanslag parkeerbelasting op. X komt tevergeefs in bezwaar en gaat in beroep bij de rechtbank. In die procedure komt X met nieuw bewijsmateriaal over de tijdige betaling van parkeerbelasting. De heffingsambtenaar besluit de naheffingsaanslag daarom hangende het beroep te vernietigen en stelt voor de proceskosten in bezwaar en beroep, alsmede het griffierecht te vergoeden. X trekt het beroep niet in. De rechtbank kiest er niet voor om de uitnodiging voor de zitting in te trekken. De gemachtigde verschijnt daarom op de zitting bij de rechtbank. De rechtbank stelt daarvoor geen proceskostenvergoeding vast. X komt daartegen in hoger beroep.
Hof Amsterdam stelt vast dat de gemachtigde niet tegengeworpen kan worden dat hij onnodig op de zitting bij de rechtbank verschijnt. De naheffingsaanslag was weliswaar vernietigd, maar er bleef een procesbelang rond de proceskostenvergoeding. De rechtbank had kunnen bepalen dat de zitting achterwege kon blijven, maar heeft de eerdere uitnodiging daarvoor niet ingetrokken. X krijgt een extra proceskostenvergoeding wegens het verschijnen ter zitting bij de rechtbank. Het beroep is gegrond.
Wetsartikelen:
Besluit proceskosten bestuursrecht 2
Algemene wet bestuursrecht 8:57
Instantie: Hof Amsterdam
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 14 november
Informatiesoort: VN Vandaag