Rechtbank Gelderland oordeelt dat het niet geloofwaardig is dat Credit Suisse in Monaco geen informatie wil of mag geven aan de rekeninghouder zelf als daar op de juiste wijze om wordt gevraagd. De informatiebeschikking is dus rechtmatig.
De heer X is (middellijk) bestuurder en/of (middellijk) aandeelhouder van een conglomeraat van binnen- en buitenlandse rechtspersonen die actief is in de trustbranche (de C-groep). In 2012 start een fiscaal onderzoek bij de C-groep, alsmede bij X en zijn echtgenote. Het onderzoek heeft mede betrekking op een bankrekening bij de bank Credit Suisse in Monaco. Volgens X is het geld op die bankrekening van zijn - uit Rusland afkomstige - grootmoeder. Een voormalige klant verklaart echter dat via deze bankrekening voor de diensten van X, diens echtgenote en de C-groep is betaald. X stelt niet bij machte te zijn om rekeningafschriften uit die periode te krijgen en aan de inspecteur te overleggen. In geschil is of terecht een informatiebeschikking is genomen.
Rechtbank Gelderland oordeelt dat het niet geloofwaardig is dat de bank geen informatie wil of mag geven aan de rekeninghouder zelf als daar op de juiste wijze om wordt gevraagd. De inspecteur stelt met succes dat Zwitserse banken geen informatie geven aan gemachtigden en dat zij ook geen informatie geven als rekeninghouders bij hun verzoek vermelden dat zij die gegevens nodig hebben voor de Belastingdienst of voor een procedure (zie de inmiddels onherroepelijke uitspraak van Hof Amsterdam 7 juni 2016, nr. 15/00730, V-N Vandaag 2016/1334). X maakt dus niet aannemelijk dat hij de rekeningafschriften niet kan krijgen. Het beroep van X is slechts gegrond met betrekking tot de inmiddels overgelegde bankafschriften van 2013.
Lees ook de thema's Informatiebeschikking: stand van zaken en Informatieverplichting
Wetsartikelen:
Algemene wet inzake rijksbelastingen 52a
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 18 oktober