Hof Amsterdam bevestigt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, ondanks dat de hele familie van mevrouw X destijds in het buitenland verbleef. Onder die omstandigheid ligt het des te meer op haar weg om er voor te zorgen dat iemand anders haar fiscale belangen behartigt.
Aan mevrouw X is in februari 2016 een naheffingsaanslag belasting van personenauto’s en motorrijwielen van € 2072 opgelegd, alsmede een 50% vergrijpboete. Op 7 december 2016 doet de inspecteur uitspraak op bezwaar. Op 21 februari 2017 gaat X in beroep. Volgens Rechtbank Noord-Holland eindigde de beroepstermijn op 18 januari 2017. Het beroep is te laat ingediend en dus niet-ontvankelijk. X stelt vergeefs dat haar zus eind december 2016 is overleden en zij daardoor een aantal weken in het buitenland was. Bij langere afwezigheid wegens verblijf in het buitenland moet X namelijk iemand vinden die haar fiscale belangen behartigt.
Hof Amsterdam bevestigt dat de termijnoverschrijding niet verschoonbaar is, ondanks dat de hele familie van X destijds in het buitenland verbleef. Onder die omstandigheid ligt het des te meer op de weg van X om er voor te zorgen dat iemand anders haar fiscale belangen behartigt. Het beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting, Belastingheffing van motorrijtuigen
Instantie: Hof Amsterdam
Editie: 26 april