Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat het pro forma hoger beroepschrift op 15 januari 2018 per fax is verstuurd, waardoor het hoger beroep niet-ontvankelijk is.
X ontvangt een WOZ-beschikking en maakt hiertegen bezwaar. De heffingsambtenaar verklaart het bezwaar gegrond. X stelt vervolgens beroep in bij de rechtbank, die zijn beroep ongegrond verklaart. X stelt dat hij op 15 januari 2018 per fax een pro forma hoger beroepschrift heeft ingediend bij het hof. De gemachtigde van X overlegt een schermprint van XOIP-faxberichten waarop staat dat op 15 januari 2018 een faxbericht is verzonden naar het faxnummer van het hof. Het gefaxte document is niet bijgevoegd en de inhoud van het faxbericht is niet zichtbaar op de schermprint. Het hof ontvangt het hoger beroepschrift op 14 augustus 2023 nadat hierom is verzocht. In geschil is of tijdig een hoger beroepschrift is ingediend.
Hof 's-Hertogenbosch oordeelt dat X niet aannemelijk maakt dat het pro forma hoger beroepschrift op 15 januari 2018 per fax is verstuurd. Uit de schermprint kan niet worden afgeleid dat het hoger beroepschrift onderdeel is geweest van het faxbericht. De bestandsnaam van het op de schermprint genoemde document is onvoldoende specifiek waardoor het niet mogelijk is een relatie met de rechtbankuitspraak, belanghebbende of de WOZ-beschikking te leggen. Bovendien is de inhoud van het faxbericht niet zichtbaar op de schermprint. Voor zover sprake zou zijn van een bewijsnood als gevolg van het tijdsverloop, komt dit voor risico van belanghebbende. Het hof verklaart het hoger beroep niet-ontvankelijk.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:8
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Editie: 17 januari
Informatiesoort: VN Vandaag