De inspecteur legt aan X met dagtekening 31 oktober 2006 ambtshalve een aanslag IB/PVV 2004 op. Bij brief van 3 juli 2011 maakt X bezwaar tegen deze aanslag. Per brieven van 19 maart 2012 en 10 mei 2012 verzoekt de inspecteur X haar bezwaar te motiveren. Bij uitspraak op bezwaar van 17 december 2012 verklaart de inspecteur het bezwaar van X wegens termijnoverschrijding niet-ontvankelijk. In geschil is of dit terecht is.
Hof Arnhem-Leeuwarden (MK I, 28 juni 2016, 13/01175, V-N Vandaag 2016/1493) oordeelt dat de inspecteur het veel te laat ingediende bezwaar van X terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard. Dat X in 2012 met de inspecteur heeft gecorrespondeerd kan aan de termijnoverschrijding niet afdoen. Omdat de bezwaartermijn van openbare orde is, kan hetgeen de inspecteur na afloop van de termijn aan X heeft geschreven of verklaard er niet toe leiden dat de termijnoverschrijding wordt geheeld of verschoonbaar wordt. Het hoger beroep van X is ongegrond.
De Hoge Raad verklaart het beroep in cassatie niet-ontvankelijk omdat de aangevoerde klachten geen behandeling in cassatie rechtvaardigen (art. 80a Wet RO).
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Algemene wet bestuursrecht 6:11