Belanghebbende, X, heeft bij de belastingrechter van Rechtbank Gelderland een aantal beroepen aanhangig gemaakt. Op 28 februari 2013 vindt in deze zaken de mondelinge behandeling plaats. Bij besluit van 25 maart 2013 heropent de rechtbank het onderzoek in deze zaken. Na ontvangst van de heropeningsbesluiten ontvangt X op verzoek op 8 mei 2013 een proces-verbaal van de zitting. Op 30 mei 2013 dient X een wrakingsverzoek in. Hij stelt a) dat het proces-verbaal van de zitting onvolledig is en b) dat de rechtbank de Belastingdienst ten onrechte een extra gelegenheid heeft geboden zijn besluit(en) te onderbouwen en bewijs te leveren door in het heropeningsbesluit de Belastingdienst in de gelegenheid te stellen alsnog het renseignement (namenlijst) en de overige op de zaak betrekking hebbende stukken aan te leveren.
Rechtbank Gelderland verklaart het wrakingsverzoek van X niet-ontvankelijk omdat het niet binnen 14 dagen na 8 mei 2013 is ingediend. Op deze datum waren de door X in zijn wrakingsverzoek aangevoerde feiten en omstandigheden al bekend. De rechtbank legt nog uit dat de termijn van 14 dagen een verzekering vormt dat de procedure direct nadat zich feiten of omstandigheden hebben voorgedaan waardoor de rechterlijke onpartijdigheid schade zou kunnen lijden, wordt geschorst door de indiening van een wrakingsverzoek en niet pas op een later tijdstip nadat er mogelijk al verdere proceshandelingen zijn verricht.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 8:16
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Bronbelasting
Instantie: Rechtbank Gelderland
Editie: 27 augustus