Belanghebbende, X, en zijn werkgever komen een vertrekregeling overeen, die inhoudt dat een deel van de ontslagvergoeding wordt gebruikt voor een onbelaste vergoeding van kosten voor opleiding. Als X in zijn aangifte IB een aftrek voor scholingskosten opneemt, corrigeert de inspecteur de aftrekpost.
Rechtbank Noord-Nederland oordeelt dat de inspecteur de aftrek terecht heeft gecorrigeerd omdat voor de aftrek van scholingsuitgaven (onder meer) is vereist dat de uitgaven op X of zijn partner hebben gedrukt. Daarvan is alleen sprake als X de uitgaven zelf uit eigen middelen heeft betaald. Daarvan is in dit geval geen sprake omdat X met zijn werkgever heeft afgesproken dat deze van de bruto beëindigingsvergoeding van € 41.033 de kosten voor opleiding en outplacement zou betalen, en alleen het restant van € 31.633 aan X zou uitbetalen. De rechtbank oordeelt dat de voormalig werkgever van X daarmee de opleidingskosten heeft betaald in de vorm van een onbelaste vergoeding en die kosten daarom niet op X hebben gedrukt. De rechtbank verklaart het beroep van X ongegrond.
Wetsartikelen:
Wet inkomstenbelasting 2001 6.27
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting
Instantie: Rechtbank Noord-Nederland
Editie: 27 juni