Belanghebbende, X nv, maakt deel uit van de Z-groep. De aandelen in X nv zijn voor 59,4% in handen van het op de Nederlandse Antillen gevestigde A nv. In 2011 keert X nv $ 0,08 per aandeel uit via een terugbetaling van de agioreserve. Op de uitkering aan A nv is 8,3% dividendbelasting ingehouden. X nv stelt dat er geen sprake is van ‘zuivere winst' in de zin van art. 3 lid 1 onderdeel d Wet DB, en dat er dan ook geen dividendbelasting is verschuldigd. Rechtbank Noord-Holland oordeelt dat ook de wettelijke reserves onderdeel uitmaken van de ‘zuivere winst' in de zin van art. 3 lid 1 onderdeel d Wet DB. Hieraan doet volgens de rechtbank niet af dat deze wettelijke reserves niet uitgekeerd kunnen worden. Volgens de rechtbank is er namelijk geen reden om aan te nemen dat wettelijke reserves tot het gestorte kapitaal behoren.
Advocaat-generaal (A-G) Wattel concludeert dat eventuele civielrechtelijke nietigheid van een uitdelingsbesluit fiscaalrechtelijk niet ter zake doet. De A-G wijst daarbij op de jurisprudentie van de Hoge Raad waaruit blijkt dat de term ‘zuivere winst' als het commerciële eigen vermogen minus het gestorte kapitaal, inclusief stille reserves en winstanticipatie, moet worden opgevat. De A-G overweegt daarbij dat het winstreserves zijn die, na liquide worden, alsnog tot uitkering kunnen komen. De A-G adviseert de Hoge Raad om het cassatieberoep ongegrond te verklaren.
Wetsartikelen:
Wet op de dividendbelasting 1965 3
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Dividendbelasting
Instantie: Hoge Raad (Advocaat-Generaal)
Editie: 11 maart