Hof Amsterdam beslist dat X niet in aanmerking komt voor de alleenstaande-ouderkorting omdat haar zoon niet op haar woonadres staat ingeschreven. Een verzoek om toepassing van de hardheidsclausule moet tot de Minister van Financiën worden gericht.

Belanghebbende, X, claimt in haar aangifte ib/pvv 2013 de alleenstaande-ouderkorting. De inspecteur en in beroep de rechtbank verlenen X deze korting niet. X komt in hoger beroep.

Hof Amsterdam beslist in navolging van de rechtbank dat X niet voor de alleenstaande-ouderkorting in aanmerking komt. Dit is zo omdat de zoon van X niet op haar woonadres in de Basisregistratie Personen staat ingeschreven. Het hof verklaart zich onbevoegd om te beoordelen of een beroep op de hardheidsclausule door X terecht is gedaan. Een verzoek om toepassing van die clausule moet worden gericht tot de Minister van Financiën. Volgens het hof is niet aannemelijk geworden dat de inspecteur op enigerlei wijze heeft gehandeld in strijd met een in het algemeen rechtsbewustzijn levend beginsel van behoorlijk bestuur. Het betoog van X dat er strijd zou zijn met het beginsel van fair play wordt verworpen. Het hoger beroep is ongegrond.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 63

Wet inkomstenbelasting 2001 8.15

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Bronbelasting, Inkomstenbelasting

Instantie: Hof Amsterdam

Editie: 15 december

1

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen