Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat de inspecteer de bezwaarschriften terecht niet-ontvankelijk verklaart omdat deze ruim buiten de termijn van zes weken zijn ingediend.
X dient zijn aangiften IB/PVV voor de jaren 2010 tot en met 2013 niet binnen de gestelde termijnen in. De inspecteur stelt in 2013 ambtshalve de aanslagen 2010 en 2011 vast en in 2015 de aanslagen 2012 en 2013. Op 27 september 2016 dient X alsnog de aangiften 2011 tot en met 2013 in. De inspecteur behandelt deze aangiften als bezwaarschriften tegen de ambtshalve opgelegde aanslagen. Op 6 oktober 2016 ontvangt de inspecteur een bezwaarschrift tegen de aanslag 2010. Hij verklaart in 2019 de bezwaarschriften van 2010 tot en met 2013 niet-ontvankelijk en wijst het verzoek om ambtshalve vermindering af.
Hof ‘s-Hertogenbosch oordeelt dat de bezwaarschriften tegen de aanslagen 2010 tot en met 2013 ruim buiten de termijn van zes weken zijn ingediend. X heeft niet aannemelijk kunnen maken dat deze termijnoverschrijding niet aan hem toe te rekenen is. Het hoger beroep van X is ongegrond.
Lees ook het thema Bezwaar: het gesloten stelsel van rechtsbescherming.
Wetsartikelen:
Algemene wet bestuursrecht 6:11
Algemene wet bestuursrecht 6:9
Algemene wet bestuursrecht 6:7
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht
Instantie: Hof 's-Hertogenbosch
Editie: 20 juli