Het Tweede Kamerlid Omtzigt (CDA) heeft vragen gesteld over de rechtmatigheid van door de Belastingdienst/Toeslagen in het verleden genomen besluiten. De Staatssecretaris van Financiën – Toeslagen en Douane, heeft voor het beantwoorden van deze vragen het advies van een onafhankelijke deskundige ingeschakeld. De belangrijkste conclusie van dit advies is dat het aannemen van de nietigheid van de genomen besluiten – waarvoor juridisch geen grondslag is – niet bijdraagt aan een snelle en eenduidige oplossing en dat dit het herstel aanzienlijk zal compliceren en vertragen.
Nietigheid heeft tot gevolg dat de desbetreffende vraagouder tijdelijk recht heeft op de volledige uitbetaling van het oorspronkelijk toegekende voorschot. Tegelijkertijd zou Belastingdienst/Toeslagen (opnieuw) moeten beslissen op de aanvraag van de vraagouder om kinderopvangtoeslag. Nietigheid zou verder betekenen dat alle betalingen die over en weer zijn verricht buiten het kader van het oorspronkelijke voorschot onverschuldigd hebben plaatsgevonden en ongedaan moeten worden gemaakt. Nadat de Belastingdienst/Toeslagen het recht op kinderopvangtoeslag (opnieuw) heeft vastgesteld, ontstaan opnieuw betalingsverplichtingen. Los van het bovenstaande, zou dit aanpassing van wetgeving vereisen, hetgeen de nodige tijd vergt.
De deskundige, de heer Sanders van het advocatenkantoor AKD, stelt vast dat de herstelregelingen op dit moment niet voorzien in een forfaitaire vergoeding voor de eventueel door vraagouders geleden schade die direct of indirect is veroorzaakt door de verwerking van persoonsgegevens in strijd met de Wet bescherming persoonsgegevens en/of de Algemene Verordening Gegevensbescherming.
De staatssecretaris vindt dat de huidige compensatieregeling in combinatie met de toegezegde eerste uitkering van € 30.000 leidt tot een passende oplossing.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Toeslagen en zorgverzekeringswet, Fiscaal bestuurs(proces)recht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 11 februari