Staatssecretaris Vijlbrief noemt het resultaat van de onderhandelingen met Bulgarije een evenwichtig resultaat. Dat schrijft hij aan de Tweede Kamer na een schriftelijk overleg over het nieuwe belastingverdrag (V-N 2021/18.11).
Aanleiding voor het nieuwe belastingverdrag was het creëren van een rechtsbasis voor bijstand bij invordering en informatie-uitwisseling met betrekking tot alle toeslagen.
Als voordelen van het verdrag noemt Vijlbrief de regel die expliciet maakt dat een winstcorrectie door de belastingautoriteiten van Nederland of Bulgarije, bij onzakelijke voorwaarden tussen gelieerde ondernemingen, door de belastingautoriteiten van het andere land in beginsel wordt gevolgd.
Verder worden nettorendementen uit dividenden van (vrijgestelde) pensioenfondsen in Nederland of Bulgarije niet verlaagd door een bronheffing op dat dividend vanuit het andere verdragsland. Ook is een bepaling opgenomen over het fiscaal accepteren van een doorbetaling van pensioenpremies bij een voortgezette pensioenopbouw na emigratie.
Als voorbeelden van nadelen of risico’s van het nieuwe belastingverdrag noemt Vijlbrief dat bij interest en royalty’s – behoudens uitzonderingen – een beperkte bronheffing is toegestaan, waar dat onder het verdrag van 1990 niet het geval was. Verder is er een bronstaatheffing voor fiscaal gefacilieerd pensioen. Tot slot wijst hij op de opname van een bepaling die ziet op de verdeling van heffingsrechten over de vervreemding van aandelen in zogenoemde onroerendezaakvennootschappen. Hiervoor is een bronstaatheffing overeengekomen. Deze is niet verrekenbaar met Nederlandse vennootschapsbelasting.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Internationaal belastingrecht
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 6 juli