De Staatssecretaris van Financiën keurt voor zover nodig goed dat voor alle situaties waarin aan het einde van een kalenderjaar de contante waarde moet worden bepaald van renteloze verplichtingen, de marktrente wordt gehanteerd die bij aanvang van het daaropvolgende kalenderjaar geldt krachtens art. 12.3a URLB 2011. Hierdoor is de jaarlijkse publicatie van een marktrentebesluit niet langer nodig. Dit staat vermeld in een nieuw beleidsbesluit. Dit besluit vervangt het besluit van 7 maart 2017, nr. 2017-22042 (V-N 2017/15.4).
Voor alle situaties waarin voor de winstbepaling de marktrente moet worden bepaald op een tijdstip lopende het kalenderjaar keurt de staatssecretaris goed dat als marktrente geldt het rekenkundig gemiddelde van de U-rendementen over de desbetreffende maand en de 11 voorafgaande maanden.
Het beleidsbesluit werkt terug tot en met 1 januari 2017.
Informatiesoort: VN Vandaag
Rubriek: Inkomstenbelasting, Vennootschapsbelasting
Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën
Editie: 13 april