Het besluit vrijstellingen schenk- en erfbelasting (V-N 2019/7.11) is vervangen door een nieuw besluit.

Onderdeel 8 over de eenmalige verhoogde vrijstelling schenkbelasting is geactualiseerd naar aanleiding van de verlaging van de eenmalige verhoogde vrijstelling schenkbelasting voor schenkingen ten behoeve van een eigen woning per 1 januari 2023 en de afschaffing daarvan per 1 januari 2024.

Onderdeel 8.2.5 is verduidelijkt. Na een ontbinding van een eerdere schenking ten behoeve van de eigen woning, is een hernieuwd beroep op een eenmalige verhoogde vrijstelling mogelijk. In onderdeel 8.2.6 was een goedkeuring opgenomen voor schenkingen van vóór 1 januari 2017 onder de opschortende voorwaarde van aanwending voor een eigen woning. Dit onderdeel heeft door tijdsverloop zijn belang verloren en is om deze reden niet langer opgenomen.

Verder is in dit besluit de goedkeuring in onderdeel 6 ter voorkoming van samenloop van vennootschapsbelasting en schenkbelasting uitgebreid. Onder voorwaarden keurt de staatssecretaris goed dat geen schenkbelasting wordt geheven over een schenking van een bedrag dat tot de belastbare winst voor de vennootschapsbelasting wordt gerekend. In het nieuwe onderdeel 10 is een goedkeuring opgenomen die de mogelijkheid opent om schenkbelasting terug te krijgen in de situatie dat een schuldigerkenning vervalt bij overlijden.

Dit besluit treedt in werking met ingang van 1 januari 2023 en vervangt het besluit van 29 november 2018 (V-N 2019/7.11).

Lees ook het thema: Vrijstellingen schenk- en erfbelasting.

Wetsartikelen:

Successiewet 1956 33

Successiewet 1956 32

[Nieuwsbron]

Informatiesoort: VN Vandaag

Rubriek: Schenk- en erfbelasting

Regelgevende instantie: Ministerie van Financiën

Editie: 2 januari

Focus: Focus

Carrousel: Carrousel

64

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen