Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur een nieuw feit heeft dat navordering over de jaren 2017 tot en met 2021 rechtvaardigt. De navorderingsaanslagen blijven in stand.

X is sinds het overlijden van haar echtgenoot in 2002 enig aandeelhouder van X BV en heeft een schuld aan de BV van € 408.814. Vanaf 2013 ontvangt X pensioenuitkeringen van de BV, maar door liquiditeitsproblemen stopt de BV vanaf augustus 2016 met de uitkeringen en de afdracht van loonheffing en premies. X dient aangiften IB/PVV over de jaren 2017 tot en met 2021 in zonder de pensioenuitkeringen te vermelden. De inspecteur legt de aanslagen IB/PVV op in overeenstemming met de ingediende aangiften. In juli 2022 vraagt de inspecteur informatie op in verband met de aangiften vennootschapsbelasting van de BV over jaren 2018 en 2019. Namens de BV wordt verzocht om vooroverleg over een mogelijke vrijval van de pensioenvoorziening, wat de inspecteur afwijst. Vervolgens legt de inspecteur navorderingsaanslagen IB/PVV 2017 tot en met 2021 op, waarbij de pensioenuitkeringen alsnog in de heffing worden betrokken. In geschil is of de inspecteur bevoegd was tot navordering wegens de aanwezigheid van een nieuw feit.

Rechtbank Zeeland-West-Brabant oordeelt dat de inspecteur over een nieuw feit beschikt dat navordering over de jaren 2017 tot en met 2021 rechtvaardigt. De rechtbank stelt dat de inspecteur bij het vaststellen van een aanslag mag uitgaan van de juistheid van de gegevens die de belastingplichtige in zijn aangifte heeft vermeld, tenzij er redelijke twijfel bestaat. De inspecteur hoefde niet te vermoeden dat de aangiften onjuist waren en was niet gehouden een onderzoek in te stellen naar aanleiding van de aangiften IB/PVV 2017 tot en met 2021. De informatie die de inspecteur heeft ontvangen van de inspecteur die belast is met de heffing van de vennootschapsbelasting vormt een nieuw feit dat navordering rechtvaardigt. De beroepen van X zijn ongegrond.

Lees ook het thema Navordering.

[Bron Uitspraak]

Wetsartikelen:

Algemene wet inzake rijksbelastingen 16

Instantie: Rechtbank Zeeland-West-Brabant

Rubriek: Fiscaal bestuurs(proces)recht, Inkomstenbelasting

Editie: 14 april

Informatiesoort: VN Vandaag

328

Inhoudsopgave van deze editie

Gerelateerde artikelen